Tom de Zutter, COV1B, 0902082

Samenwerken/vergaderen

Over Samenwerken en Vergaderen

Met een goede samenwerking gaat het vooral om het herkennen van de kwaliteiten van jezelf en die van anderen. Succesfactoren van samenwerken zijn: gesprekstechnieken toepassen, elkaar op gepaste wijze feedback geven en ontvangen, pro-actief te werk gaan, inzicht hebben in het belang van teamrollen, positieve bijdrage leveren aan teamspirit, ruimte aan andermans ideeën geven en teambelang boven eigen belang stellen. 

Teams waarin bovenstaande succesfactoren tot uiting komen, behalen betere resultaten! Tijdens de lessen Professionele Vaardigheden is er aandacht voor jouw rol binnen een team en leer je hoe je professioneel feedback geeft en ontvangt als het gaat om jullie samenwerking. Uiteraard werk je ook veel samen aan opdrachten binnen andere cursussen in jaar 1.

In het communicatievakgebied speelt vergaderen, of het nu met je team is of met de klant, een belangrijke rol. Je maakt kennis met de basisregels van vergaderen, zoals vastgelegd in de reader Vergaderen. Je leert hoe het is om voorzitter, notulist of
deelnemer te zijn. Ook leer je overzichtelijke notulen te schrijven. Binnen de les oefenen we met diverse vergadervormen. Ook buiten de les oefen je met vergaderingen, bijvoorbeeld in het Projectonderwijs.

Leerdoel

  • Je bent in staat om pro-actief een wezenlijke, inhoudelijke bijdrage te leveren in een team, waarmee het samenwerkingsproces wordt bevorderd.
  • Je bent in staat om de basisregels van vergaderen toe te passen in verschillende vergadervormen.

Persoonlijke doelstellingen

Ik wil aan het einde van dit vak, dus op 15 juni, in staat zijn om op een goede manier deel uit te maken van een groepsproces en daar duidelijke afspraken over te maken. Ook in een vergadering!

 

Samenwerken

Nulmeting                      1-meting

Vergaderen

Nulmeting                     1-meting

STARR-reflectie

Situatie 1: Gedurende project A hadden wij een vergadering met het projectgroepje. Op een gegeven moment vroegen mijn groepsgenoten wat ik nu eigenlijk van een bepaalde situatie vond, omdat ik nog niets had gezegd.
Taak: Mijn taak was op dat moment om mijzelf in de vergadering te mengen.
Actie: Ik formuleerde zorgvuldig mijn mening over de kwestie en gaf deze.
Resultaat: Het resultaat was dat ik mijn mening had gegeven en daarmee duidelijkheid had verschaft wat betreft mijn visie. Wel vonden mijn groepsgenoten dat ik wel wat meer in het gesprek mocht deelnemen.
Reflectie: Volgende keer zou ik mezelf meer laten gelden in een vergadering. Eerder actie ondernemen, en de feedback accepteren dat ik mezelf meer moeten laten zien. Nu was ik het daar wel mee eens, maar wilde ik dat niet toegeven. 

 

Situatie 2: In Project D moesten wij een digitaal magazine maken. Eenmaal per week hadden wij daar een vergadering over.
Taak:
Mijn taak was om alle tekst te verzorgen, en gedurende de vergadering aantekeningen te maken voor de notulen.
Actie:
Ik maakte alle tekst zoals afgesproken, om deze vervolgens op Dropbox te zetten.
Resultaat:
Het resultaat was dat iedereen kon zien wat ik had gemaakt, en hier feedback op kon geven. Op deze manier kon ik de teksten optimaal aanpassen, zodat deze niet tekortschoten voor ons tijdschrift.
Reflectie: Achteraf ben ik blij dat ik dit heb gedaan. De feedback van mijn groepsgenoten heeft mij zeker verder geholpen in het proces van feedback ontvangen.

Het filmpje is opgenomen tijdens een vergadering in Project D. Ik denk dat het filmpje laat zien dat mijn vaardigheden in vergaderen absoluut zijn toegenomen als er wordt gekeken naar de situaties bij de STARR-analyse. Achteraf gezien ben ik daarin misschien wat te negatief geweest in mijn 1-meting, want ik denk dat ik me zeker verder heb ontwikkeld dan de 1-meting laat zien.

Ik vond dat de aandacht voor mij vooral lag op het goed geven en ontvangen van feedback, omdat dit de samenwerking binnen een groepsproces verbetert. Daarvoor is het belangrijk dat ik mezelf aan het werk zet, zonder data anderen daar om moeten vragen. Dat zorgt er namelijk voor dat je uit dingen doet en maakt, die je vervolgens op tijd aan je team kan voorleggen voor feedback.

In een team heeft iedereen een andere rol. De rollen in zo'n team kunnen worden onderverdeeld in de zogenaamde Belbin-rollen. Er zijn mensen die doen, mensen die denken, mensen die willen en mensen die voelen. Dat kan op zowel een actieve als reactieve manier, met als resultaat dat er acht verschillende rollen zijn. 

Mijn Belbinrol is die van Vormer (iemand die actief iets wil), een energiek en gedreven persoon die met zijn ambitie zaken voor elkaar weet te krijgen. Dat kan soms ook de verkeerde kant op werken, doordat je mensen tegen je in het harnas jaagt. Dat herken ik wel vanuit mijn eigen ervaringen. Die rol, in combinatie met mijn wat koppige karakter, bevestigt dat ik beter moet leren omgaan met feedback en mijn eigen fouten moet accepteren.

De theorie voor goed ontvangen van feedback luidt als volgt: 

  • Zie feedback niet als een aanval, maar als een kans om te leren
  • Luister goed en blijf rustig
  • Neem de feedback als kennisgeving aan, en reageer niet door te argumenteren, te verklaren of te verontschuldigen.
  • Vraag om verduidelijking als dingen niet duidelijk zijn
  • Waardeer de feedback
  • Besef dat de ander je serieus neemt

Kijkende naar deze theorie denk ik dat ik alle bovenstaande punten veel meer in acht neem als ik feedback krijg, zoals ook terug te zien is in het filmpje van de vergadering.

Verder zijn er een aantal teamskills. Deze maken het een stuk makkelijker om samen te werken. Als je kijkt naar het tweede punt van onderen, accepteren van verschillen van inzicht, zie je dat daar ook de basis ligt voor het goed geven van feedback. 

  • prettig omgaan met elkaar en luisteren naar elkaar
  • initiatief tonen
  • leggen van contacten
  • ‘betrouwbaar’ zijn
  • je aan afspraken houden
  • meewerken aan oplossen van gezamenlijk probleem
  • accepteren van verschillen van inzicht
  • scheppen van sfeer van vertrouwen en veiligheid

 Wat betreft vergaderen: er zijn een aantal rollen in een vergadering. De voorzitter leidt de vergadering, geeft achtergrondinformatie, zorgt voor een gestructureerde opzet en houdt die ook in stand. Aan het eind vat de voorzitter alles samen, waarna hij de vergadering afsluit.

De notulist is een soort geheugensteun. Hij schrijft op wat er allemaal besproken is, en zorgt ervoor dat aan- en afwezigen inzicht hebben in wat er besproken is, wat er in de volgende vergadering ter tafel kan komen en wat er uiteindelijk besloten is.

Uiteindelijk kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat ik bij doel voor samenwerken behaald heb, en ook mijn doel voor vergaderen (ruimschoots) behaald heb. Ik kan, zoals het filmpje in mijn ogen laat zien, goed deelnemen aan een groepsproces. In dit geval is dat dan een vergadering, maar ik denk dat ik in de projecten mezelf op eenzelfde manier heb geprofileerd binnen de groep. Wel denk ik dat het filmpje laat zien dat ik me wat serieuzer moet presenteren in zo'n groepsgesprek. Ik zit er nu redelijk informeel bij, met een (iets te) ontspannen houding. In een meer serieuze vorm van samenwerken zou dat door anderen als storend kunnen worden ervaren. Daarom is dat een punt waar ik me volgend jaar op wil gaan richten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb